OPRICHTEN SCHIETVERENIGING
De eisen waaraan je moet voldoen om een schietvereniging met volledige rechtsbevoegdheid op te zetten en verenigingswapens te mogen hebben zijn:
1. een notariële oprichtingsakte In deze akte verklaar je dat je de vereniging opricht en leg je de statuten van je vereniging vast. Voor de oprichting van een vereniging zijn minimaal 2 personen nodig.
Bij de oprichting van een vereniging heb je de keus tussen 2 mogelijkheden:
een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid
Het belangrijkste verschil tussen deze mogelijkheden is dat het bestuur bij een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid het bestuur niet met het privé vermogen aansprakelijk is. Bij een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid is het bestuur wel met het privé vermogen aansprakelijk.
Statuten:
In de statuten dient te worden vastgelegd:
de naam van de vereniging en de gemeente van vestiging,
het doel van de vereniging,
de verplichtingen van de leden tegenover de vereniging, of de manier waarop deze verplichtingen kunnen worden opgelegd, zoals bijvoorbeeld een contributie,
de manier waarop de algemene vergadering worden gehouden
op welke wijze de benoeming en het ontslag van bestuurders dienen te verlopen,
wat er gebeurt met het geld dat overblijft na het ontbinden van de vereniging of de wijze waarop die bestemming moet worden vastgesteld.
2. een inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel
Iedere vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is verplicht zich in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel in te schrijven. Meestal zorgt de notaris daarvoor. Zonder deze inschrijving zijn bestuurders van de vereniging persoonlijk aansprakelijk voor rechtshandelingen die zij
namens de vereniging verrichten.
Bij de inschrijving in het Handelsregister worden de persoonlijke gegevens van de oprichters en de bestuurders in het register opgenomen.
Ook vereist de KvK een notarieel afschrift van de statuten, die ter inzage van belangstellenden komen, omdat de gegevens in het Handelsregister openbaar zijn.
Dit alles is voldoende voor het aanvragen van een verlof voor verenigingswapens.
Verenigingen die geen gebruik maken van de zogenaamde A6- en/of A7-wapens en ook geen leden hebben die in het verband van de vereniging met die wapens de schietsport beoefenen, hoeven dus niets te doen. Die verenigingen hoeven niet door de Minister erkend te worden.
Met andere woorden:
a. voor het hebben van verenigingswapens is geen erkenning nodig, indien het: pistolen met een magazijn capaciteit van maximaal 20 patronen en/of
geweren met een magazijn capaciteit van maximaal 10 patronen betreft.
b. een erkenning voor verenigingswapens is wel nodig indien het: pistolen met een magazijn capaciteit van meer dan 21 patronen en/of geweren met een magazijn capaciteit van meer dan 11 patronen betreft.
De groot capaciteit magazijnen mag je wel in je bezit hebben, zolang je ze niet in je wapen stopt; tenzij je er een restrictor in hebt aangebracht waardoor ze niet meer patronen kunnen bevatten dan genoemd onder a.
Klik op onderstaande link en kijk op blad 2 rechts onderaan voor de uitgebreide uitleg van A6- en/of A7 wapens.
https://www.svdebunker.nl/wp-content/uploads/2019/08/Invulbare-WM3-SV-de-Bunker-1.pdf
Voor de leden binnen de vereniging die in het bezit zijn van eigen wapens, geldt dat zij in het bezit dienen te zijn van een geldig verlof tot het voorhanden hebben van vuurwapens, wanneer ze daarmee op de verenigingsbaan willen schieten.
Zie als bewijs onderstaande tekst uit de e-mail van dhr. Jean Luc Luijs, senior beleidsmedewerker van het Ministerie van Justitie en Veiligheid .
“Geachte heer Wilschut,
———————————————————.
Allicht ten overvloed merk ik op dat erkenning niet nodig is indien bij de schietvereniging geen disciplines worden beoefend waarvoor grote patroonmagazijnen worden gebruikt.
Met vriendelijke groet,
Jean Luc Luijs”